zaterdag 5 juli 2008

I did it my way!


Eind april 2008, in de maand waarin het 124 jaar geleden is dat de productie van het bedrijf startte en ik 22 jaar geleden vervroegd met pensioen ging ben ik op weg naar Calvé. Onder muzikale begeleiding van Frank Sinatra, “I did it my way,” dat mij vanmorgen is opgedrongen door filmpjes op de website van ‘Watnouweg’. Het zingt nog altijd in m’n kop als ik meer dan een uur later met de auto van de Lepelbrug rechtsom de Wateringseweg op rijd. De weg waarover in de afgelopen 124 jaar duizenden en duizenden Calvé’ers hun weg zijn gegaan. Langs het restant van de Gist- & Spiritusfabriek en het klassieke kantoorgebouw, het symbool van de gouden tijd en zelfstandigheid van beide fabrieken in het verre verleden. Op het hek van het Calvé-terrein waar eind vorige eeuw nog gebouwen stonden, vraagt het verwaaide meters lange spandoek al een half jaar lang of Calvé in 2009 de 125 jaar zal halen. Als ik met de auto voor de slagboom wil stoppen draait de inleen-portier, zonder interesse wie wij zijn en wat we komen doen, de slagboom omhoog. Wat kan het hem schelen. De fabriek gaat toch dicht. Waarvan de stilte me overvalt. Die ken ik alleen van zondagen als bijzondere reparaties moesten worden uitgevoerd. Op het parkeerterrein is zoveel ruimte dat ik tot voor de ingang van de personeelswinkel kan oprijden. Waar ik als gepensioneerde met mijn vrouw onze slag willen slaan in de leegverkoop met 50% korting op de al lage kostprijs. Maar eerst de muur van de machinekamer op het dak van de levensmiddelenfabriek bekijken. Waarop onlangs tweemaal de naam van de concurrent geschilderd en weer overgeschilderd is. Langs de nu in grijs overgeschilderde muur jaagt de wind vanuit de schoorsteen van de pindabranderij blauwgrijze rook die algauw het gehele gebouw omsluit.
“Brand?” vraag ik aan de voorzitter van de O.R. Wim van Vianen die met ons de rookontwikkeling gadeslaat.
“Nee, maar dat kan het wel worden,” antwoordt hij. “Ze hebben moeite met opstarten. Je moet daar ook niet binnen zijn. Dan kan je elkaar niet zien en hoest je je kapot!”
“Gebrek aan onderhoud,” vult een ander aan die net uit het personeelsrestaurant komt aansloffen. “Die fabriek gaat immers toch dicht?!”
Uit ervaring weet ik dat de schoorstenen van de pindabranders met olierijk teer aankoeken, tengevolge waarvan ze wel eens in de fik vlogen.
"Er is sabotage gepleegd," vult Jan ten Berge, voorzitter van het Tutein Noltheniusfonds en beheerder personeelswinkel er aan toe. “Er zijn bouten en moeren in de bunkers gegooid.”
“De bouten zijn er niet in gevallen? Losgeraakt door gebrek aan onderhoud?” probeer ik. “Zoals ook in WATNOUWEG is gesuggereerd?”
Ze zijn er alle drie van overtuigd dat ze er moedwillig ingegooid zijn.
“Als ze je werk, je zekerheid afpakken, kom je op je weg helaas ook zulke hufters tegen,” merkt de O.R.voorzitter op.

Op de weg zoals die door Hoofd Unilever Patrick Cescau, world wide is uitgestippeld.
In 2004 is het in beweging gezet. Het merkenportfolio wordt teruggebracht van 1600 naar 400 merken. Daaruit voortkomend is de volgende stap het beperken van het aantal productielijnen. Op mijn vraag of dit consequenties voor Calvé zou kunnen inhouden, heb ik begin 2007 vergeefs geprobeerd het antwoord bij Unilever op het Weena in Rotterdam te vinden. En toen ik in die tijd op het Calvé-terrein O.R.-leden tegen het lijf liep en naar hun mening vroeg, was het antwoord altijd positief. ‘We draaien fantastisch!’
Maar achteraf gezien werden in Rotterdam de nieuwe wegen al uitgestippeld; de financiële risico’s begroot; de consequenties in kaart gebracht: “De producten van Knorr in Loosdrecht en Cif in Vlaardingen, en Calvé verdwijnen niet, ze moeten over andere Unilever-bedrijven in Europa verdeeld worden!”.
‘Door kwaliteit nog altijd overeind’ eindigde tot dan mijn website. En: “Hoe het verder gaat, zal Unilever mij moeten vertellen.”
Maar tijdens de uitstap (21 mei ’07) voor gepensioneerden van het bedrijf, werd bij de toespraak van de Worksmanager, zoals de directeur van het bedrijf tegenwoordig wordt genoemd, mijn vermoeden dat het desastreus zou gaan uitpakken wel heel sterk. In alle voorgaande jaren werd dan voor de aanvang van het diner uitgelegd hoe de zaken er voor stonden. De resultaten van het afgelopen jaar en de verwachtingen van het lopende en volgende jaren toegelicht. Maar in tegenstelling tot vorige jaren wist ditmaal Mike Eberle geen raad met zijn gedrag. Zijn kolossale lichaam met grote stappen tussen de tafels door haastend kletste hij onsamenhangende zinnen in de microfoon, waarvan enkele malen: “125 jaar Calvé” tot ons doordrong. Hij had geen verhaal, geen heden en geen toekomst. Hij zat er mee in zijn maag en bevrijdde zich van zijn kwelling door mij onverwachts de microfoon te overhandigen. Om te vertellen dat medio oktober het boek De Spraakmakers verschijnt en dat wij, Jan van Bilsen, Dolf van Daalen en ik hadden besloten dit aan de gepensioneerden te schenken.
Bijna vijf maanden later, donderdag 11 oktober vond dat plaats. In het Agnetapark, in de Lindenhof de voormalige Tent uit ons oude Calvé verleden.
Tragisch toeval: ‘Twee dagen nadat het personeel de sluiting van het bedrijf was medegedeeld en het werk neerlegde.’


“Stilte, verslagenheid, verdwazing, gelatenheid.” Zo legt de verslaggever dit later uit in Watnouweg.
Je praat nog wat met collega's en keert dan huiswaarts. In 474 huizen komt het nieuws aan als een bom want Vlaardingen en Loosdrecht zijn ook de klos. De bonden zijn het absoluut niet eens met de gang van zaken en roepen op tot actie waaraan door een hele grote groep mensen gehoor wordt gegeven. Langzaam maar zeker slaat de gelatenheid om in woede. De werkelijke gang van zaken komt langzamerhand aan het licht.
De signalen die er waren worden nu allemaal duidelijk. De algemene gedachte is dat we verraden zijn door ons eigen MT. Dit besef maakt ons alleen maar kwader en vastbeslotener om door te gaan tot we een resultaat hebben wat we willen hebben. Het protest groeit en groeit en komt tot uiting in Giessenburg alwaar de vakbonden een grote manifestatie hebben georganiseerd. Daar staan niet alleen de 3 fabrieken die gesloten worden. Oss, Rotterdam en in beperkte mate Hellendoorn sluiten zich bij de acties aan en verklaren zich solidair. We trekken een streep in het zand met zes fabrieken omdat we nu wel weten dat dit niet het einde is maar een begin. Een begin van het einde? Want de 3 fabrieken die nog open blijven voelen nu ook dat het serieus is. Want als een fabriek gesloten wordt die winst maakt om in het buitenland nog meer winst oplevert, wie zegt dan dat dit met de andere fabrieken niet zal gebeuren? Als je dan de wazige uitspraken van Kees(directeur U.L.Ned. schrijver) leest in de media waarin gesteld wordt dat 2011 nog ver weg is, dan weet je gewoon dat er dan wederom wat te gebeuren staat. Het vertrouwen wat er in Unilever was is helemaal weg. Niemand vertrouwt Unilever meer. De 474 zeker niet. De andere fabrieken worden nu ook zeer kritisch naar alle uitspraken die er op het Weena worden gedaan. Elk woord word gewogen en elke zin wordt ontleed tot op het bot. Op zoek naar hints die het gelijk van de ene partij bevestigen en het ongelijk van de andere aantonen.

Synergie.
Van Dale: Synergie, situatie waarin het effect van
twee of meer samenwerkende of gecombineerde
organen of functies groter is dan de som van de
effecten die elk van de organen of functies alleen
zou kunnen opwekken.


VERANDEREN ALS TWEEDE NATUUR.

Richard van der Eijk (Communications Director Unilver Benelux) in de eerste uitgave van het voor de Benelux geldende personeelsorgaan
ONE! Nummer 1, februari 2008.

VERANDERINGEN IN 2004 INGEZET.
“Een paar jaar geleden hebben we ons merkenportfolio teruggebracht van 1600 naar 400 merken. Dit heeft tot gevolg dat we de sterke merken die zijn overgebleven veel beter kunnen ondersteunen. Door deze verandering is namelijk meer geld beschikbaar voor Research & Development en Marketing om deze merken te vernieuwen en support te geven. Het veranderingsprogramma One Unilever, dat gestart is in 2005, richt zich op het eenvoudiger en slagvaardiger maken van de complexe Unilever-organisatie wereldwijd. Door per land de verschillende Unilever-bedrijven (Foods, HPC, Ice Cream) in één organisatie samen te voegen, hebben we veel meer van synergievoordelen geprofiteerd, ook richting onze klanten. Het heeft daarnaast kostenverlagend gewerkt, omdat bijvoorbeeld ook ondersteunende afdelingen zijn samengevoegd.”

VOLGENDE STAP.
Een volgende stap in het slagvaardiger maken van Unilever werd aangekondigd in augustus 2007.
Richard: “Patrick Cescau presenteerde bij de halfjaarcijfers een versneld veranderingsprogramma. De plannen bouwen voort op de resultaten van One Unilever en zijn bedoeld om het tempo van prestaties op te voeren. Dat betekent concreet dat er nieuwe reorganisaties werden aangekondigd. Patrick gaf aan dat wereldwijd kritisch wordt gekeken naar ons fabrieksnetwerk en dat ons merkenportfolio scherp tegen het licht wordt gehouden.”

NOODZAAK.
Het sluiten van de fabrieken in Delft, Loosdrecht en Vlaardingen staat dus niet op zichzelf en is slechts een van de maatregelen in het streven naar een duurzame en winstgevende omzetgroei.
Richard: “Sluiting is noodzakelijk, omdat de fabrieken in Delft, Vlaardingen en Loosdrecht tegen relatief hoge kosten produceerden. Dat heeft invloed op de totale prijs van een product.
Als we deze pijnlijke beslissing niet hadden genomen, zouden de producten uit die fabrieken veel duurder zijn geworden. Dat betekent minder verkoop van die producten, hogere kosten en minder winst op het product. En dat zorgt er weer voor dat er minder geld overblijft voor zaken als research, ontwikkeling en marketing ter ondersteuning van die producten. De winst is nodig om te kunnen investeren in nieuwe merken en innovaties. In die zin moet je winst echt zien als zuurstof voor onze merken.”

De staking.
Geen staking als de vorige uit de geschiedenis van Calvé. Eigentijds. Wel posten voor de poort als vroeger, maar niemand wordt tegengehouden. “Moet-ie toch zelf weten of-tie ondanks alles naar binnen wil?!”
Er werd gestaakt zoals men in 2000 overeenkomstig de normen bij Unilever werkten. Geen bazen, geen chefs, gedelegeerde verantwoordelijkheid. Jouw kennis en jouw ervaring op jouw plek in jouw fabriek. Samenwerkend met coördinatoren tussen de O.R. en het Management Team.
Zo ook tijdens de staking. Vanuit de O.R. coördineerde de welsprekende Marko van Oudenaarden de staking en, ongeacht het moment van de dag, onderhield voorzitter Wim van Vianen, strijder tot aan het laatste woord, de contacten tussen de stakers en het MT.
Op het hek verscheen het spandoek met de vraag of Calvé in 2009 de 125 jaar zou halen.
Ze geloofden er nog in. Waarschijnlijk daarom dat het verzet bij Calvé een intensiever karakter had dan bij de andere twee bedrijven. Lucas Vermaat (FNV) ging het duel met Unilever aan als in de jaren dat werkgevers en werknemers elkaar nog te vuur en te zwaard bestreden. Bij de vakbonden werd er rekening mee gehouden dat Unilever er wel eens op uit zou zijn geheel uit Nederland te verdwijnen. Het verzet trok de aandacht van de media. Regelmatig verzamelde zowel de regionale als de landelijke pers, radio en TV zich voor de poort van Calvé.
Dit alles heeft geleid tot een uitzonderlijke overeenkomst tussen Unilever en de vakbonden.

Uit het artikel van Heleen Boex in de landelijke editie van AD van zaterdag 17 mei 2008.
Inmiddels hebben 118 van hen een andere baan gevonden of zijn in staat gesteld de periode tot hun pensioen te overbruggen. Een deel van de overgebleven collega’s valt onder de club van 100: een groep van honderd werknemers van de drie fabrieken in Delft, Loosdrecht en Vlaardingen die langer de tijd krijgen, tot april 2009, om ander werk te vinden. Ook kunnen zij terecht bij de nieuwe verpakkingsfabriek Suppack die ontslagen Unilever-medewerkers willen oprichten.

WATNOUWEG.
Dat het tijdperk gestencilde krantjes ver achter ons ligt, bewees René van Dijk, toen die na de bekendmaking van de sluiting als actievoerder met Watnouweg.nl. voor de digitale snelweg op internet koos. Waarbij de Verslaggever zich al snel aansloot. En weer later, toen de staking in volle gang was, de veranderingen fotograferende Jeroen Dirks en de filmende Gerard Dumay, alias Angus.
Toen het eenmaal liep kwam de informatie van alle kanten binnen. Zelfs - het als tegenstanders ervaren Management Team (TM)) - flapte zonder dat ze het in de gaten hadden er af en toe dingen uit, zo verzekerden ze mij.

Dick Kuiper, Hoofd Management Team gedurende de sluitingsperiode.
In de aanloop naar 2006 wordt Dick Kuiper door Unilever aan het Calvé-Management Team toegevoegd. Onopvallend nog, zo verzekerde mij zijn tegenstanders, tot tijdens de bekendmaking van de voorgenomen sluiting, hem de leiding daarvan in handen wordt gegeven.
In februari en maart 2008 heb ik hem een paar maal gesproken. Worksmanager Mike Eberle was inmiddels vertrokken.
De vragen:
“Ervaring met sluiten en reorganisaties van bedrijven?”
“Gelukkig niet. Je komt het op je weg tegen en kan er niet voor opzij gaan. De sluiting van Calvé is nu eenmaal een feit, is niet terug te draaien en dan is het mijn taak dat in goede banen te leiden.”
“Wanneer ik het personeel hoor en hun reacties lees op Watnouweg, wordt daar toch héél anders over je gedacht. Je hebt heel wat te incasseren.”
“Ik heb tijdens de staking van de eerste weken na de bekendmaking van de sluiting geleerd vooral naar hen te luisteren. Hoe ze ook reageren, dit te accepteren. We verstaan elkaar vandaag moeilijk. Bij elk plan dat wij bedenken nemen wij ons voor mèt hen de volgende stap te zetten. Wanneer zij dit verwerpen of er zelfs tegen ingaan, passen wij het aan. Zij voelen zich over boord gegooid. Wij, het MT, dient ze de ruimte te geven daartegen te ageren.
“Jullie wordt verweten de weg van Unilever te volgen, omdat die voor jullie leidt naar een betere toekomst.”
“Begrijp ik. Maar wij hadden ook hier gewoon door willen gaan. Onze inzet, en ik weet het is ze moeilijk te verkopen, doen we om ze te helpen.”
“Watnouweg is de uitlaatklep voor het personeel en in feite de enige inlichtingenbron naar de gepensioneerden. Waarom plaatsen jullie zelf geen reacties op de berichten?”
“Heeft geen zin. Daar prikken ze doorheen.”
“Ze lezen liever wat De Verslaggever schrijft. Weet je al wie het is?”
“Nee. Ik hou er rekening mee dat het er twee zijn.”

De laatste gang.
Gedurende de Mooiweerspelen van 6,7 en 8 juni, besteedt de Vlaamse toneelmeester Wim Staessens, aan de andere kant van het water recht tegenover de fabriek, aandacht aan het leven en werken bij het zo Delfts-eigen Calvé. Als ik daartoe uitgenodigd een voorstelling bijwoon, zie ik aan de overkant dat de naam al van de poort is verwijderd. Het bloemstuk dat wij, de laatst werkenden en gepensioneerden in dodenmars naar de fabriek hadden gedragen en tegen de gesloten poort hadden gelegd, ligt dan met wat andere ruikers, beschermt achter het gesloten hek. Aan het hek vraagt nog het spandoek of Calvé de 125 jaar zal halen. Daarnaast steekt een voorbijganger een bos bloemen tussen de spijlen. Door gebrek aan wind hangt de vlag, die de ex-voorzitter van de O.R. Wim van Vianen in de laatste uren had gevonden, doodstil langs de stok.
Als ik veertien dagen later langs de geopende poort fiets is het spandoek verdwenen. De verdorde bloemstukken liggen tegen en rond het betonblok waarop eerder Marko van Oudenaarden zijn collega’s toesprak. De inleenportiers openen en sluiten de slagbomen voor lege naar binnen rijdende en volgeladen uitrijdende vrachtwagens. Een enorme kraan takelt iets groots uit de fabriek dat ik niet thuis kan brengen. Aan de andere rand van het hek wappert nog de vlag met de naam Calvé, halfstok zoals de laatste O.R.-voorzitter Wim van Vianen het heeft gewild.
Het beklemt me. Ook al zijn de mensen sociaal en financieel goed weggekomen zie ik weer al die bewogen koppen en tranen van enkele weken geleden toen de poort werd gesloten. Het grote projectiescherm met het aangrijpende beeldverslag van René van Dijk van het afgelopen halfjaar. Met de stem van Frank Sinatra: “I did it my way”. De wegdraaiende namen van de laatste Calvé’ers waar tussen die van de Verslaggever: Willem van Hemmen.
‘And more, much more than this’ zingt het in m’n hoofd als ik naar het verre verleden van Calvé fiets. Naar het Agnetapark, het woonpark waar, net als bij Calvé, in de zomer van 1883 de eerste steen is gelegd.
De rust van het lommerijke park dat wel de 125 jaar haalt omarmt me als ik op een bankje plaatsneem in de schaduw van de hoge bomen. Ik hoef m’n ogen niet te sluiten om de sfeer van vroeger te proeven. Die is er! Wat links tegenover mij De Tent. Naar rechts, in een bloemperk, het borstbeeldje van Van Marken. Daar tussen de plas waarop de jongeren, de kinderen van het personeel, de gelegenheid hadden met roeiboten rond te peddelen. Op gecontroleerde toerbeurt en na werktijd en, mits met goede cijfers, daar was hij streng in, na schooltijd. En natuurlijk: “Ook op zondag!’
Schuin achter mij stond tot veertig jaar geleden de villa van Van Marken. Daar moet Jan Tutein Nolthenius toch wel eens op bezoek zijn geweest. Op een mooie zomerzondag even door het woonpark wandelen. Statig zwart en veel te warm gekleed, met sigaar tussen de vingers en hoed op, die velen malen moest worden aangetikt en soms wel gelicht wanneer tegemoetkomende parkbewoners hen nederig groetten.
Links zie ik auto’s het nieuwere gedeelte van het woonpark inrijden dat zich achter De Lindenhof, zoals De Tent nu heet, uitstrekt. Rechts, achter Van Marken zie ik boven de hoge bomen en gebouwen van de Gistfabriek (nu DSM) uit, de top van de kraan die bij Calvé de fabriek leeg haalt. Ik hoor weer de laatste toespraak van Dick Kuiper, zie het sluiten van het hek, de films van Angus, de tranen van oude en jonge Calvé’ers. “Proud to be a Calvé’er.”
Ik kijk om mij heen naar alles dat goed was.
Ik ruik pindakaas.

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Behalve de benodigde illustraties worden hierna nog de namen van de eerste en laatste Calvé’ers vermeld, alsook de eerste gekozen Kern en laatste Ondernemingsraad en de directeuren met jaartallen op rij die het bedrijf in de afgelopen 124 jaar geleid hebben.


Plus in het belang van het Nederlandse Industrieel erfgoed de vraag:
“Wat blijft er behouden van Calvé?”


Schipluiden 4 juli 2008.

Reacties: ajverhoeff@freeler.nl

zondag 18 november 2007






















Geen vragen, feiten!







Foto's overgenomen
van
www.watnouweg.nl